Jan Hoogland over De ware aard van het kwaad
Misschien is ‘het kwaad’ wel een van de moeilijkste problemen in de geschiedenis van de filosofie. Wat is ‘de ware aard van het kwaad’? Alleen die vraag al. Is het probleem van het kwaad niet eigenlijk dat het niet zou moeten bestaan, omdat het de puurheid van het leven aantast? Maar als iets eigenlijk niet zou moeten bestaan, hoe dan naar de ‘ware aard’ ervan te vragen: is die niet juist dat het kwaad niet zou moeten bestaan? En hoe die vraag te beantwoorden: door het kwaad te verklaren of te begrijpen? Maar is verklaren of begrijpen niet hetzelfde als rechtvaardigen?
Hannah Arendt (1906-1975), een uit nazi-Duitsland gevluchte Joodse denker, heeft zich verdiept in de aard en het karakter van het totalitarisme. In dat kader heeft zij ook het Eichmann-proces (1961) bijgewoond en er een diepgaande studie van gemaakt. Ondertitel van die studie is ‘A report on the banality of evil’. Hoewel deze notie in dat boek nog geen prominente rol speelt, is zij van eminent belang om Arendts visie op het kwaad in het vizier te krijgen. Daarmee biedt zij een geheel eigen bijdrage aan de eeuwenlange bezinning over de vraag naar ‘het kwaad’.
Jan Hoogland is bijzonder hoogleraar christelijke filosofie aan de Universiteit Twente.